Openluchtmuseum
In het openluchtmuseum zijn veel opstallen te zien die gezichtsbepalend zijn voor het dorp Nij Beets rond 1900. De gebouwen zijn op ware schaal nagebouwd.
In het entreegebouw is een permanente foto-expositie Ook kan een consumptie worden genuttigd. In het filmhûs is de film armoe-werk-macht-strijd te zien en een expositie over Ferdinand Domela Nieuwenhuis en over de kolonie Frij Fryslân van Frederik van Eeden. Er zijn een aantal vervenershuisjes en een woonbok gereconstrueerd. Voorbeelden van de schrijnende woonomstandigheden tijdens de vervening.
Het Houten Himeltsje, het noodkerkje van ds. Guillaume v.d. Brughen, is nagebouwd en biedt de mogelijkheid voor bezichtiging, bijeenkomsten en concerten.
De veenbaaswinkel annex kroeg ‘Halfweg’, het middelpunt van drankmisbruik en gedwongen winkelnering, is in 2007 gereconstrueerd. Het pand bevat ook de woonkamer van de veenbaas. In de kroeg is, paradoxaal, een kleine permanente expositie over de blauwe beweging ingericht.
Er is eveneens een scheepswerfje en scheepshelling voor de bouw en reparatie van turfbokken.
Landschappelijke gedeelte
Het landschappelijke gedeelte maakt de verandering van het landschap als gevolg van de laagveenderij zichtbaar. Het toont vier stadia:
(1) Het moeras of drasland. Voor het uitgraven van het veen bestond het landschap vaak uit (blauw)grasland en rietvelden. Door over het moeraspad te lopen, kunnen bezoekers hier het oorspronkelijke veenlandschap beleven. Het moeraspad loopt door een filmhut, waarin een filmpje (ca. 5 minuten) “oud veen” wordt afgespeeld
(2) De exploitatie van het laagveen: turfmaken. In dit gedeelte staan een trekkerskeet, een tjasker, een turfschuur met de werktuigen voor het turfmaken. In de turfschuur speelt de DVD ‘It lânskip feroaret’.
(3) Het landschap dat overbleef na de vervening: het petgatenlandschap. Het bestond uit stroken water, zgn. petgaten of veenputten waaruit het veen was opgegraven en stroken land, zgn. stripen of legakkers, waarop het veen te drogen was gelegd om er turf van te maken.
(4) Het in cultuur gebrachte landschap: de polder. De veenbazen waren verplicht om zgn. slikgeld te betalen om het land weer in cultuur te brengen. Zo ontstonden polders die hergebruik van de ontveende gronden voor de landbouw mogelijk makten. Het poldertje wordt bemalen door een windmolentje.